Terug naar een werkwijze zoals die ooit bedoeld was!
In Nederland is het accountantsberoep ooit gestart in 1883 door Barend Moret, één van de voorlopers van het huidige EY. In zijn tijd was het een beroep waar je als professional, maar ook als klant en medewerker trots op was. Dat is nu wel anders. De schandalen achtervolgen de grote accountantskantoren en mensen zijn sceptisch over het beroep accountant. Een pleidooi voor de oer-accountant: terug naar een werkwijze zoals die ooit bedoeld was.
Het afgelopen weekend vierde KPMG haar 100-jarig bestaan. Een mooie gebeurtenis die volgens het FD nog steeds overschaduwd wordt door de reputatieschade die deze accountantsgigant heeft opgelopen. In de media worden KPMG, EY, Deloitte en PwC de Big4 genoemd, omdat ze op wereldschaal de grootste accountantskantoren zijn met een geschiedenis die ver terug gaat in de tijd. De vraag is echter: zijn het nog wel accountantskantoren? Als je het mij vraagt is het antwoord ‘nee’. Het zijn grote financiële dienstverleningsinstellingen waar de accountantsdienst een steeds kleiner onderdeel van uitmaakt. Zelf heb ik tijdens mijn loopbaan bij twee van de vier Big4 kantoren gewerkt. Ik weet dus goed hoe deze organisaties in elkaar steken en waar de sterke en zwakke punten zitten.
Toenemende regeldruk en hoge kwaliteitseisen hebben bij de Big4 geleid tot het opnieuw bekijken van opdrachtportefeuilles. Klanten met opdrachten die niet of te weinig renderen moeten elders een accountant gaan zoeken. Dit hebben we vooral gezien in de publieke sector. Veel gemeentes waren niet meer welkom. Het is onderdeel van het huidige strategische model van de grote kantoren. Ik verwacht dat in het komende zomerreces opnieuw wordt beoordeeld welke klanten bijdragen aan de winstdoelstellingen en welke niet en dat daarna een nieuwe uittocht aan klanten wordt ingezet. Is dit de juiste weg? Vanuit bedrijfseconomisch perspectief klopt het. Immers, resultaat is de resultante van omzet minus kosten. Dat klinkt simpel, maar toch is het niet zo simpel. Het eenzijdig streven naar winstmaximalisatie heeft namelijk een keerzijde. De grote kantoren zijn geen accountantskantoren meer. Het zijn fabrieken geworden. Er is geen tijd meer voor de klant en voor de mens. En daar gaat het mis.
De omzet is bij de grotere kantoren versterkt door het aanvaarden van grotere opdrachten. Deze opdrachten worden bezet door schaars en dus duur accountantstalent. Er moeten meer uren op een opdracht worden uitgevoerd om de vereiste kwaliteit te halen. In het verleden werd dan gekeken of er niet efficiënter gecontroleerd kon worden, maar dat is een doelloze weg geworden. Als accountant moet je gewoon doen wat in het handboek staat. Daar gaat veel tijd in zitten. Het is net als bij het stemmen. Er is een tijd geweest dat stemsoftware beschikbaar was en dat iedereen via een apparaat kon stemmen. Heel snel en heel efficiënt. Zo was het misschien ook wel in de accountantscontrole. Er werden, door de inzet van slimmigheden ondersteund met doorwrochte analyses, shortcuts genomen in de controle. Maar als je achteraf dit proces niet goed kan onderbouwen is de grondslag van het werk wel erg dun geworden. Vandaar dat handmatig stemmen en tellen weer terug is gekeerd. Bij de accountantscontrole is de systeemgerichte audit grotendeels vervangen door de gegevensgerichte controles. Steekproeven en het testen van grote hoeveelheden data is in de plaats gekomen van het testen van het systeem. Terug bij af? Misschien wel. Maar wat mij betreft is dit geen slechte zaak. Het dwingt de accountant om zijn of haar rol opnieuw te bekijken.
Voor mij is het belangrijk dat er voldoende aandacht is voor de klant, de mens en de kwaliteit. Dat betekent dat je als tekenend accountant zelf meer tijd moet besteden om de klant te controleren. Een chirurg besteedt de operatie toch ook niet uit? De specialist laat zich wel bijstaan door goed opgeleide collega’s. Dat zou misschien wel het model van de toekomst kunnen zijn. Een tekenend accountant die zelf flink meewerkt in het proces, zelf de inhoudelijke toetsen doet en veel accountants in zijn team heeft die ook goed opgeleid zijn en weten waar ze mee bezig zijn. Dan kan je dus niet meer de audit uitbesteden aan de Indiase collega die ver weg een bijdrage aan het werk levert. Nee, gewoon zelf bij de klant aanwezig zijn. Uren draaien. Met de voeten in de klei.
Het effect van deze manier van werken is wel dat het verdienmodel op z’n kop staat. Een salaris van 5 ton gemiddeld kan dan niet langer uit. Als je dit model kiest dan werk je als accountant rond de twintig procent van de opdracht mee in het team en stuur je ook maar vijf mensen aan. Niet meer. Het inkomen zal dan significant dalen, minder dan de helft verwacht ik van wat er nu gemiddeld verdiend wordt. Maar de investering in kwaliteit zal de innovatie ten goede komen. Accountants zullen meer impact bij hun klanten realiseren. Ze weten ook veel meer van het bedrijf dan dat ze eerder wisten. Onregelmatigheden verbloemen wordt daardoor een stuk moeilijker.