accountancy is een ambacht.
Een paar weken gelden meldde een bekend kunsthandelaar dat hij een nieuwe Rembrandt gevonden had. Het betrof een groot werk met daarop de beeltenis van een onbekend persoon, waarschijnlijk een fragment van een groot dubbelportret. Zoals zo veel van de aan Rembrandt toegeschreven werken was het ongesigneerd en ongedateerd. Dat dit wereldnieuws was kwam omdat er sinds 1974 geen nieuw werk van Rembrandt meer gevonden is. Deskundigen hebben inmiddels vastgesteld dat het om een originele Rembrandt gaat. Het werk uit 1634 heeft lang moeten wachten tot de ware hand van de kunstenaar bekend is geworden.
Rembrandt leefde in een tijd dat je kunstschilder werd na een lange periode van leren. Bij veel meesters had hij alle facetten van het vak geleerd en later werd ook hij de meester van zijn eigen leerling-gezellen. Om zelf ooit meester te worden, kopieerde je veel van het werk van je meester, totdat je een eigen stijl ontwikkelde. Leerlingen werden ingezet in de voorbereiding. Het opzetten van het doek, basistinten aanzetten en zelfs bij de meest ervaren leerlingen de start van het schilderij. Dat levert dan ook gelijk de uitdaging op van nu: is het schilderij van een leerling of is het een ware meester?
Het bericht van de nieuwe Rembrandt deed mij denken aan de vele beroepen waarbij op ambachtelijke wijze leerlingen een vak wordt bijgebracht. Vaak lange trajecten waar kennisoverdracht plaatsvindt van de meester naar gezel. Ook in deze tijd nog steeds een waardevolle manier om een vak te leren. Dat geldt voor ambachtelijke beroepen zoals bijvoorbeeld de zadelmaker, de kleermaker, horlogemaker en andere handwerkberoepen. Maar ook de beroepen waar vanuit kennis het vak geleerd moet worden, kennen deze manier van werken. Bijvoorbeeld de advocaat, de notaris, gerechtsdeurwaarder en ook de accountant. Wat deze ambachtelijke beroepen gemeen hebben is dat kennis alleen niet voldoende is om het vak te leren. Nadat de theoretische kennis verworven is volgt het meester-gezel traject van meerdere jaren om het vak tot in de finesses te leren.
Het bericht van de nieuwe Rembrandt viel samen met een bericht in het FD: “Jonge accountants in de knel door hoge werkdruk.” Een artikel dat inging op een onderzoek van Marlies de Vries, onderzoeker aan Nyenrode, en Bas Herrijgers van NBA Young Profs, een belangenorganisatie voor jonge accountants. De strekking van het onderzoek en het artikel is, dat de jonge accountants de werkdruk te hoog vinden en dat zij daardoor massaal het accountantsberoep dreigen te verlaten. Vooral de werkdruk, een te krappe planning van het werk en de vele nieuwe regels maken volgens de onderzoekers het werk minder aantrekkelijk. Werkdruk is het woord dat het meest genoemd werd. Daarnaast wordt genoemd dat het beschikbare budget voor het werk vaak een tegenvaller is, want niet iedere overschrijding kan doorberekend worden aan de klant. Een ander thema dat het rapport beschrijft is de ‘up or out’ methode van carrière maken. Voldoe je niet meer aan de eisen, dan lig je er uit. Ook dat draagt bij aan het gevoel van jonge mensen dat alleen hoge prestaties en veel uren maken loont. Al deze zaken leiden tot verlies van jonge talenten die hun heil elders zoeken.
Wat heeft dit nu allemaal met de nieuwe Rembrandt te maken?
Wil een leerling-schilder het tot meester-schilder schoppen dan is goede begeleiding essentieel. Altijd kwasten schoonmaken werkt niet. Krijgt de assistent dan wel voldoende leertijd om zijn schilderstalent te ontwikkelen? Als je teveel leerlingen hebt, kun je dan wel de gezellen de juiste kwaliteit bijbrengen? Hoeveel leerlingen kan een meester onder zich hebben? Teveel lijkt niet goed voor de leercurve. Dan moeten de leerlingen veel van hetzelfde doen zonder dat de hand van de meester zichtbaar is. Daar knappen talentvolle mensen met ambitie op af.
In het meester-gezel verhaal ligt mogelijk een deel van de oplossing om talenten in de accountantssector te behouden. Hou het aantal leerlingen beperkt, dan blijven je gezellen gemotiveerd. Een stuk of 5 is meer dan genoeg. Besteed als meester-accountant zelf ook genoeg tijd aan het werk. Dat maakt het voor de leerlingen leuk; ze zien immers van dichtbij hoe het is om de meesterrol te vervullen. En neem alleen werk aan wat je kunt behappen. Als het werk teveel wordt, benoem dan een nieuwe meester die een groep van 5 leerlingen start. Wie weet lost dit ook wel het verdienmodel op. De verdienste is dan goed, maar niet overdreven. Je begeleidt als meester wat je aan kunt. Niet geld maar het uitoefenen van een ambacht staat zo centraal. Want dat is wat accountancy is: een ambacht.