Opinie

opinie

Revival van de audit only firma?

Audit only: splitsen van controleurs en adviseurs mogelijk?

Van een angsthaas tot het goodwillmodel dat op de schop moet: de afgelopen tijd was er op verschillende momenten weer iets in de krant over accountants te melden. Een uitvloeisel van de maatregelen die accountants zichzelf hebben opgelegd om de kwaliteit te verbeten en eventuele perverse prikkels in hun vak te vermijden of teniet te doen. Bij herlezen van die maatregelen viel mijn oog op een discussie die de werkgroep achter de 53 maatregelen heeft gevoerd. Ze hebben aan diverse stakeholders gevraagd hoe zij aankeken tegen accountantskantoren die zowel controle- als adviesdiensten aanbieden. Ik vind het bijzonder om te lezen dat nagenoeg al die stakeholders tegen een splitsing van de combinatie controleren en adviseren waren. Het gebruikte argument daarbij was dat voor een effectieve controle van grote, complexe organisaties bepaalde expertise noodzakelijk is; bijvoorbeeld op het gebied van IT, fiscaliteit of pensioenen. En dat dit alleen te organiseren is door adviseurs en specialisten onder één dak te hebben.

Opmerkelijk. Immers, veel van de voorgestelde 53 maatregelen vinden hun oorsprong in het samenwerken met andere bloedgroepen onder dezelfde naam en firma. Overigens is al sprake van samenwerking als naast de accountantscontrole ook de jaarrekening wordt samengesteld en van fiscaal advies wordt voorzien. Ik schat dat het merendeel van de huidige accountantskantoren onder hun dak nog iets anders bieden dan controlediensten.
Maar is de stelling van de werkgroep – dat het splitsen van controleurs en adviseurs niet mogelijk is – wel terecht? Die gedachte werd gevoed door een artikel dat Peter Grabosky in 1990 publiceerde in UNSW Law Journal: Professional advisers and white collar illegality: towards explaining and excusing professional failure. Bij het lezen had ik het gevoel dat de datering niet klopte, gezien de relevantie en actuele discussies, maar de datum klopte toch.
Grabosky’s analyse is dat daar waar verschillende disciplines onder één dak samenwerken, de druk op het commerciële resultaat toeneemt. Hij analyseert en onderbouwt dat door aan te geven dat de opleiding van adviseurs heel anders is dan die van accountants, waarbij op het vakgebied gerichte ethische vakken en/of moraliteit minder aandacht hebben gekregen. Binnen de samenwerkende firma’s zijn dus veel mensen te vinden die vanuit een ander denkkader samenwerken met accountants. Zonder te stellen dat de opleiding van de accountant op het punt van ethiek en moraliteit superieur is ten opzichte van andere opleidingen – verre van dat –: het heeft invloed. Van een accountant wordt verwacht dat hij een rechte rug heeft als er een accounting probleem is, of als hij door het ontbreken van informatie iets niet kan controleren. De adviseur handelt vaak vanuit een ander, veelal partijdig belang van zijn klant.

Als het maar een paar mensen zijn die vanuit een ander perspectief handelen is dat naar mijn mening geen probleem. Dat wordt het wel als een groot percentage anders is opgeleid. Daar zat ook mijn verwondering. Immers, de door Grabosky geschetste situatie bestaat nog steeds.

Het is voor het maatschappelijk verkeer best lastig: er wordt over accountantsorganisaties gesproken terwijl het, zeker bij grotere kantoren, gaat over multiservice financiële dienstverleners. De accountants hebben daar misschien wel beleidsbepalende invloed, maar vaak niet meer overwegend de zeggenschap. Daar komt nog bij dat een deel van de in Nederland actieve accountantsorganisaties wereldwijd opereren en op Angelsaksische wijze worden aangestuurd. Financiële resultaten van alle disciplines, inclusief de accountants, zijn daarbij van groot belang.

Ik denk dat samenwerken tussen beroepsgroepen alleen werkt als er strikte regels aan de ‘niet’- accountants worden opgelegd. Die zijn er en dat is ook te lezen in de 53 maatregelen. Mijn inschatting is echter dat de samenwerking tussen de diverse beroepsgroepen zijn langste tijd gehad heeft. De accountant moet meer en meer tijd besteden aan de kwaliteit van het werk. En de regels van de accountants worden als erg zwaar gevoeld door de adviseurs. Deze extra tijdsbesteding, die niet altijd gepaard gaat met resultaattoename, kan niet anders dan tot druk op de samenwerkende partijen leiden.

Dit pleit voor een volledige scheiding tussen accountants en overige dienstverleners. Dat maakt het leven van de accountant, maar ook die van de andere dienstverleners, veel gemakkelijker. Ook scheelt het een boel regelgeving, waardoor er weer meer tijd is om goed accountantswerk te leveren.

Het is toch veel meer van deze tijd dat we partijen zoeken met wie we willen samenwerken, maar waarmee er onderling geen financiële banden zijn? De audit only firma lijkt mij een ideale oplossing. Jammer dat daar niet meer onderzoek naar is gedaan; althans ik ken het niet. De Werkgroep Toekomst Accountantsberoep heeft naar mijn idee deze oplossingsrichting veel te snel van tafel geveegd. Alle reden om er nog eens goed naar te kijken.

Loading...

Recent geplaatst